donderdag 5 juni 2014

De krant

Ook gedetineerden willen huisje, boompje, beestje


Het leven oppakken na detentie valt niet mee. Huisje, boompje, beestje is er vaak niet. Toch is Ivan Vinkwolk (52) vol goede moed. ”Je moet het uiteindelijk zelf doen.”Doorn

”We zijn geen weggooi mensen. Wij zijn allemaal met een doel geboren”, zegt ex-gedetineerde Ivan Vinkwolk. Zelf werkt hij hard aan zijn ‘grote wens’. Als Vinkwolk zijn veiligheidsdiploma haalt, mag hij voorlopig in Suriname aan de slag bij een Nederlands bouwbedrijf, vertelt hij stralend. “In januari.”

”Eerder leefde ik altijd in angst voor politie of was ik bang om beroofd te worden. Nu heb ik een woning en werk ik. Natuurlijk mis ik weleens het geld”, zegt hij eerlijk. Vinkwolk duidt op zijn vorige leven. Vanwege ‘het grote geld’ uit de cocaïnesmokkel stond hij een paar jaar geleden in de rechtbank. Tot groot verdriet van zijn drie dochters, en verbazing van de rechter, vertelt hij. ”Waarom staat zo’n mooie, intelligente man als u hier”, vroeg de laatste hem. Dat bracht hem tot inzicht. ”Ik moet een voorbeeld zijn voor anderen.” Zijn leven leek ook veelbelovend toen hij 27 jaar geleden in Nederland kwam. “Ik heb altijd gewerkt. Als bootsman op een koopvaardijschip, in de horeca, als zilversmid, bij grote bouwbedrijven in Nederland. Aan harddrugs of alcohol ben ik nooit verslaafd geweest. Ik heb ook niemand bedrogen. Toen ik mijn banen en huis kwijtraakte, kwam ik in het nauw.”

Vinkwolk ging drugs smokkelen, kwam op zijn 40e in aanraking met de politie, en moest achttien maanden in een Engelse cel zitten.

Oorzaken voor criminaliteit, zijn vaak terug te herleiden naar een kansarme jeugd. Dat is de ervaring van Jan Eerbeek, gepensioneerd justitiepastor. Eerbeek stond aan de wieg van Exodus Nederland. De stichting met 220 professionals en 1800 vrijwilligers begeleidt (ex-)gedetineerden en hield afgelopen vrijdag in Amsterdam een bijeenkomst. ”Vaak gaat het om mensen die vaardigheden missen voor werk, wonen en relaties. Terwijl huisje, boompje, beestje uiteindelijk is wat uiteindelijk de gedetineerden willen”, aldus Eerbeek.

Ook Vinkwolk had een moeilijke start. Hij was een ‘buitenkind’. Zijn getrouwde vader nam hem weliswaar op in het gezin, maar was zelf nooit thuis. ”Ik leefde op straat. De lagere school heb ik afgemaakt. Mijn eigen moeder leerde ik pas op mijn 18e kennen.”

Eenmaal in de gevangenis worden gedetineerden onvoldoende voorbereid op een succesvolle terugkeer in de samenleving, zeggen de vrijwilligers en professionals. ”Maar uiteindelijk moet je het ook echt zelf doen”, verklaart Vinkwolk met overtuiging (Karimi, 2013). 


'Ex-gedetineerde vrouw verdient aandacht'

AMSTERDAM - De rechtbank veroordeelt jaarlijks ongeveer drieduizend vrouwen tot een gevangenisstraf. Voor deze groep is veel te weinig aandacht van de politiek en overheid, meent directeur Roland Wolters van re-integratiebureau Zorgconcept. Donderdag overhandigde hij aan burgemeester Job Cohen van Amsterdam een boek waarin tien ex-gedetineerde vrouwen hun aangrijpende verhaal vertellen.
De bundel, getiteld Veroordeeld, laat zien wat gevangenschap met vrouwen doet. De reden waarom ze in de cel belandden, varieert: van verwaarlozing, misbruik, verslaving, foute mannen, ontslag en geldproblemen tot illegaliteit.
Zoals het verhaal van de 39-jarige Omaira. Haar relatie liep op de klippen, ze verloor haar baan en had geen uitkering. En dat terwijl ze vier kinderen moest opvoeden. Ze kwam al snel in de problemen en liet zich verleiden tot drugssmokkel. Tijdens haar eerste reis werd ze meteen gepakt op het vliegveld van Manchester. Ze kreeg zeven jaar gevangenisstraf. Na ongeveer een jaar kon ze haar straf verder uitzitten in Nederland en kwam ze al snel vrij.
Na haar vrijlating was ze blij maar ook bang. „Ik was nergens op voorbereid.” Met behulp van Zorgconcept heeft ze inmiddels een baan bemachtigd. Een huis heeft ze nog niet. „Ik zit nu ergens in onderhuur maar kan daar niet blijven.” De bureaucratie verwijst haar van het kastje naar de muur. „Ik heb net als iedereen een dak boven mijn hoofd nodig. Dan kunnen mijn kinderen terugkomen.”
De terugkeer in de maatschappij is vaak een lange weg, weet Zorgconcept. Dat komt vooral door een laag opleidingsniveau (80 procent), schulden (72 procent, waarvan een kwart met meer dan 10.000 euro) en gebrekkige huisvesting (50 procent, waarvan 8 procent dakloos).
Naar schatting 4400 kinderen zijn de dupe van de detentie van hun moeder. Volgens Wolters komt het nog steeds voor dat vrouwen na hun vrijlating op straat staan zonder werk, zonder geld, zonder huis en zonder opvang voor hun kinderen.
De 25-jarige Angelique, die slachtoffer werd van haar 'foute' vriend en daardoor een maand in de cel belandde, zegt in haar verhaal dat ze hoopt dat het boek verandering brengt in de toekomst. „Er moet beter gekeken worden naar mensen zoals ik die gedupeerd zijn door anderen (De telegraaf, 2009).”

DEN HAAG - "Hé do! Je moet hier niet praten met die jongens. Je moet iets voor ze doen, als ze vrijkomen.’’

Gevangenispredikant Jan Eerbeek hoorde het 27 jaar geleden van een jonge knul in de jeugdgevangenis te Vught. Het was voor hem het begin van een project om ex-gedetineerden te begeleiden naar een betere toekomst. „Die opmerking is mij altijd bijgebleven. Het raakt de kern van resocialisatieproject Exodus: in de gevangenis kun je hun leven draaglijker maken, maar na de gevangenis kun je ze helpen weer wat van hun leven te maken. En die hulp hebben ze hard nodig.’’
Hij vond in ’81 een kelder onder een flatje in Moerwijk aan de Roemer Visscherstraat/De Lannoystraat die hij van de gereformeerde kerk mocht gebruiken, en ving er met vrijwilligers ex-gevangenen op die hun weg terug zochten in de maatschappij. Er paste nauwelijks een hand vol mensen in de kelder, maar het werd een groot succes. In ’86 opende Exodus met hulp van de katholieke en protestantse kerken in Den Haag het eerste huis voor begeleid wonen (aan de Frankenslag), dat vervolgens uitgroeide tot een opvanghuis voor inmiddels zeventien mensen (in drie panden op rij). 25 jaar later is Exodus een landelijk netwerk van tien opvanghuizen voor ex-gedetineerden. Jaarlijks worden er vierhonderd ex-gedetineerden geplaatst (capaciteit: ruim 140). Vandaag viert de stichting haar jubileum.
Eerbeek is vooral trots op de aanpak van Exodus. „In het begin ging het voornamelijk om het gevoel ergens thuis te komen. Ze konden dan vrijblijvend een spelletje doen of gewoon een beetje praten. Inmiddels zijn we een stuk verder. We hebben een gebalanceerd programma dat erop toeziet dat de situatie van de bewoners verbetert. Ook niet zomaar iedereen komt bij ons binnen.’’
Mensen moeten gemotiveerd zijn en mogen niet aan de drugs zijn. Wat ze hebben gedaan waardoor ze in de gevangenis kwamen, is volgens Eerbeek niet van belang. „Je ziet dat er vaak sprake is van een complex spectrum van problemen: huisvesting, schulden, gedragsproblemen. Met onze aanpak wordt de kans op recidive aanzienlijk kleiner (Kranenburg van, 2006).’’


Referentielijst
A. Karimi. (2013). Ook gedetineerden willen huisje, boompje, beestje. Gevonden op het world wide web op 19 mei 2014.



C. van Kranenburg. (2006). Tweede kans voor ex-gedetineerden. Gevonden op het world wide web op 19 mei 2014.

De telegraaf. (2009). Ex-gedetineerde vrouw verdient aandacht. Gevonden op het world wide web op 19 mei 2014.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten